maandag 15 oktober 2018

Paniek


Het is koud als ik eenmaal buiten sta. Mijn vingers zijn wat stroef en dat maakt het niet makkelijker om mijn oortjes uit de knoop te halen. 'Kut kabouters' schiet er door m'n hoofd. Het is maar een paar honderd meter lopen maar ik heb besloten wat eerder te vertrekken en nog wat rondjes te lopen. Er stopt een auto naast me 'hey meisje, wil je een lift ofzo?'. Dit is mijn teken om de pas erin te zetten. Ik hoor m'n hakken tikken terwijl ik het eindelijk voor elkaar krijg om de oortjes uit elkaar te halen. 'It's 'cause you're mine' zingt Max Colombie zwoel in mijn oren. Voor een paar tellen geef ik mezelf de ruimte om de muziek volledig in me op te nemen alsof ik hier even niet ben.

Op straat is het al donker, te vroeg naar mijn smaak. Ik besluit straal de verkeerde kant op te lopen van mijn bestemming en wat rustigere straten op te zoeken verlicht met lantaarns. Het gemis aan andere levende wezens doet me goed. De lampen achter de gordijnen zijn het enige teken dat je in de stad nooit helemaal alleen bent. Ik hoor alleen Max en het klikken van mijn hakken over niet de meest handige tegels voor dit schoeisel. Ik merk aan mezelf dat ik gespannen ben dus de frisse wind in mijn gezicht is een aangename sensatie. Mijn route daalt wat af en voor ik het weet sta ik alweer in de drukte. Mensen verplaatsen zich van de verwarmde terrassen naar binnen bij de restaurants en de bussen schieten voorbij alsof ze de enige op de weg zijn. Dit is mij te druk. Ik loop een straat naar beneden en probeer me te focussen op mijn ademhaling terwijl ik mezelf probeer toe te spreken in m'n hoofd. 'Je gaat alleen maar een drankje doen met een jongen waarmee je een geschiedenis hebt. What's the big deal? Misschien kun je er zelfs nog wel een vriendschap mee opbouwen.' Hoewel ik echt probeer mezelf om te praten lijken de woorden overspoelt te worden door andere hersenspinsels.

Ik duik een steegje in en doe alsof ik een muurschildering die er pas staat, bijzonder interessant vind. Ik heb deze afbeelding van de Krusty Krap al vaker gezien maar het leidt me nu af van mijn gedachten. Terwijl het buiten stervenskoud is heb ik het nog steeds heet en de klok zorgt er niet voor dat mijn spanning afneemt, wanneer ik zie dat ik nog maar 5 minuten heb om op de plaats van bestemming te komen. Met een stevige pas loop ik op het doel af, nog net voorkomend dat ik mijn voeten verkeerd neerzet en gestrekt ga. Ik voel me stom.

'Hier ben ik 26 jaar en nog steeds niet in staat om mijn voeten fatsoenlijk neer te zetten. Zodoende heb ik nu een blessure waardoor ik niet kan zitten, wat afspreken met een oude liefde niet bepaald een charmante aangelegenheid maakt. Worst of all durf ik die jongen na alles niet meer onder ogen te komen, waardoor ik me geen houding weet te geven. Ja hoor, op zo'n honderd meter afstand sta ik te hyperventileren tegen een muurtje aan, jottem.'

Wanneer ik mijn ademhaling weer onder controle heb loop ik het café tegemoet. De jongen die geen dag in onze relatie op tijd is geweest zit al te wachten. Hier heb ik niet voldoende over nagedacht, hoe begroet je iemand die ooit je hele wereld was? Ik besluit te gaan voor een ongemakkelijke 'hi' als ik tegenover hem ga staan. Want alleen een avond moeten staan was nog niet ongemakkelijk genoeg. Ik heb het bloedheet dus ik trek subtiel zoveel mogelijk kledingstukken uit. Ik vraag hem hoe het gaat en we kletsen wat over koetjes en kalfjes wanneer onze bestelling wordt opgenomen. Ja hoor, meneer besluit ook wat eten te bestellen. De moed zakt me in de schoenen wanneer ik besef dat dit niet puur een drankje is en dat we zo waarschijnlijk niet verder lopen. Ik voel het draaierig worden in mijn hoofd en pak de tafel nog wat steviger vast. ‘Waag het niet nu direct te flikkeren’ spreek ik mezelf toe. De druppels zweet glijden over m'n rug langs mijn bh-sluiting, erg naar. Hij verteld wat over z'n werk en vraagt naar mijn verjaardag maar mijn mond lijkt op slot te zitten. 'Gaat het wel goed?' Ik moet er belabberd uitzien als hij dat vraagt. Al hyperventilerend zeg ik dan ook dat ik heel even een sigaretje ga doen.

'Fuck, fuck, fuck.' Ik krijg mijn sigaret niet aan met mijn trillende handen dus gelukkig wil een meneer hem wel voor mij aansteken. Al rokend krijg ik mijn ademhaling weer onder controle en ijsbeer ik heen en weer. 'Ik kan dit, ik kan dit, ik kan dit.' Ondertussen is het gaan miezeren dus ik laat wat welkome druppels op m'n gezicht vallen voor ik weer naar binnen ga.

Hij heeft een tas op tafel gezet met daarin een verlaat verjaardagscadeau. De verjaardag waar hij zou komen, waarvoor hij naar de stad is gekomen, waar hij dus een cadeautje voor had, maar waarop hij niet is gekomen omdat hij de moeite niet nam zijn mobiel te checken om te zien waar ik was. Ik wilde hem die dag zo graag zien. De situatie maakt me naast ongemakkelijk dan ook een beetje boos. Aan de vorm van het inpakpapier kan ik zien dat het een fles drank is. Nu hadden we verschillende sterke dranken waar we herinneringen omheen hadden, waar we mooie avonden mee hebben gedeeld, waar we grapjes over maakten die alleen wij begrepen. De fles die ik kreeg behoorde hier niet toe.

Ik kreeg de spanning niet omlaag, hoe graag ik het ook zou willen. Heel mindfull probeerde ik dan ook op de bubbels in mijn glas te focussen maar we wisten allebei dat deze avond vanaf het eerste moment al verdoemd was. Voor ik het wist dronk ik het glas in één keer leeg, gaf hem een zoen en zei 'sorry, ik kan dit niet'. Waarnaar ik naar buiten stormde en hem liet zitten met z'n biertje en burger.

Ik voelde me stom en achterbaks, ‘die jongen is helemaal hier naartoe gekomen om jou te zien, precies waar je al weken op hoopt en dan laat je hem zo zitten.’ Ik voelde mijn mobiel trillen in mijn zak maar ik wist niet wat ik nog kon zeggen om dit nog oké te maken. Ik zette muziek op, deze keer zaten de oortjes een keer niet in de knoop, en liep strak door naar het park. Ik belandde in een soort waas waarin ik de druppels regen niet eens meer voelde vallen. Mijn been deed niet eens meer vervelend pijn en ik trapte tegen een prullenbak aan tot dit wel het geval was. Ik liep rondjes, steeds hetzelfde rondje tot ik zag dat ik ondertussen 6 gemiste oproepen had, niet alleen van hem maar ook van mijn maatje. Kut mijn maatje, die hier ongevraagd nu ook in betrokken was. Nog iemand om me schuldig tegenover te voelen. 

Mijn hyperventilatie werd heftiger tot het licht vanzelf uitging.

vrijdag 13 april 2018

A dollar for your thoughts - Part 2


Disclaimer: depressieve gedachtes zijn geen grapje en soms kun je jezelf beter niet laten beïnvloeden door de depressieve gedachtes van een ander. Toch denk ik dat het goed is om af en toe wat meer open kaart te spelen over hoe het met je gaat om ook anderen te laten zien dat ze niet de enige zijn die hiermee struggelen. Mocht je even niet open staan voor de emoties van anderen lees dan niet verder.
Buiten is het nog kouder dan je had verwacht en natuurlijk regent het op dit soort momenten, dikke druppels. Je jas heeft geen capuchon dus er valt ook weinig te schuilen. Even twijfel je om je om te draaien, toen je deze keuze maakte wist je nog niet dat het regende. Zul je zien dat je zo panda ogen hebt, wat niet echt opbeurend werkt als je juist ‘normaal’ over wil komen tegenover anderen. Toch stap je stevig door, voor elf uur zou je niet naar huis gaan. Zoals voorspeld sta je een paar minuten later verkleumt voor een pinautomaat, gelukkig wel eentje met een afdakje. Achter je komen twee jongens staan, kletsend over een chick die één van hen ‘geregeld’ heeft een paar dagen terug. Je voert je pas in en staart naar het scherm ‘voer uw pincode in’. Je staart naar de cijfers voor je en kunt geen logische combinatie maken in je hoofd wat je pincode zou kunnen zijn. Lichtelijk beschaamd klik je maar op annuleren. De jongens kijken je aan als je onverwacht snel omdraait zonder geld uit te nemen. ‘Maakt niet uit hoor mevrouw, dat overkomt de beste!’. Je baalt van jezelf, hoe kan je nu je eigen pincode vergeten en waarom noemen die jongens je mevrouw, zoveel scheel je toch niet? Terwijl alles in je schreeuwt om naar huis te gaan besluit je toch naar een andere pinautomaat te lopen, je komt vast vanzelf wel op je pincode. Wanneer je aankomt bij de volgende pinautomaat staat de regen al in je schoenen. Gelukkig vind je hier wel de rust om op je pincode te komen en kun je geld tappen.

Missie één is geslaagd, nu de grotere uitdaging om daadwerkelijk naar de kroeg te gaan. Even overweeg je om tot elf uur rondjes te lopen door de stad, maar naast dat het regent én je hebt afgesproken met een vriend besef je ook dat het tegen je eigen afspraak in gaat. Je steekt een sigaret op en laat de rook spelen in je mond. In een slakkentempo zet je de pas in richting de kroeg. Waarschijnlijk straal je aan alle kanten uit hoe lastig je deze stap vindt want je krijg meewarige blikken, dit kan overigens ook liggen aan je verzopen kat look. Als je de straat inloopt van de kroeg neem je even pauze, je recht je schouders en ademt diep in. Je kunt dit. Met een zelfverzekerde pas loop je de kroeg in om daar te concluderen dat er maar vier mensen staan, waaronder twee barkeepers en de host van de avond, top. Je begroet ze vriendelijk, hangt je jas op en loopt direct door naar de toiletten om de schade in kaart te brengen. Top, je kunt je bh nog net niet uitwringen en je hebt inderdaad zwarte strepen mascara over je wangen lopen. Pas als je alleen staat voor die spiegel breekt de spanning je op en rollen de tranen over je wangen. Wanneer je de deurklink naar beneden hoort gaan verman je jezelf om je te fatsoeneren in de spiegel. Deze schade valt onmogelijk nog te herstellen dus met rode vlekken en opgezwollen ogen loop je richting de bar om een alcoholvrij biertje te bestellen. Altijd een beetje triest één biertje bestellen maar je gaat daar ook niet met twee alcoholvrije biertjes staan.

Na een kort babbeltje, besluit je aan een tafeltje te gaan staan terwijl de soundcheck start. Zowaar trilt je mobiel op dat moment. Je liefde, die eigenlijk niet meer je liefde is maar nog wel voelt als je liefde. Of je terug wilt in een appgroep. Toch lief dat hij aan je denkt en je appt dan ook terug dat je graag in de appgroep wilt. Hij denkt aan je en dat geeft je toch even een goed gevoel. Je staart een beetje naar je biertje en voor je het weet is hij alweer leeg. Je besluit buiten een sigaretje te doen terwijl er langzaamaan groepjes mensen de kroeg in wandelen. Je bestelt een tweede biertje en neemt weer plaats aan je tafeltje. De soundcheck is voorbij en de muziek gaat aan, nummers die je kent dus in je hoofd kun je een beetje meezingen terwijl je iedere twee minuten op de klok kijkt hoe lang je nog moet blijven en richting de deur of die vriend er al aan komt. Je hebt zijn verjaardagscadeautje bij je, wat je eigenlijk een maand geleden al had willen geven en nu brand het in je tas. Wanneer de eerste artiest begint te spelen ben je blij dat je je focus daarop kunt leggen.

Ondertussen loopt er een man alleen binnen, vanaf welke leeftijd is iemand eigenlijk een man en geen jongen meer vraag je jezelf af. De man besteld een speciaal biertje aan de bar en besluit tegenover je te gaan zitten aan de tafel. Even twijfel je of je jezelf moet gaan verplaatsen, maar gezien jij hier zelf al stond vind je dat je best mag blijven staan. De man haalt een boekje uit zijn tas en begint erin te schrijven. Je bent ontzettend nieuwsgierig wat hij opschrijft maar besluit je te gedragen en niet mee te spieken. De artiest speelt fijne nummertjes en je zingt voorzichtig mee. Je merkt dat de man af en toe je kant op kijkt en dan weer begint te schrijven. Erg irritant want hierdoor wil je nog liever weten wat hij opschrijft. De artiesten wisselen elkaar af op het podium en dan eindelijk komt die vriend van je binnen, maar tegen je verwachting in met een voor jou onbekende vrouw. Voor hem duidelijk niet want al zijn aandacht ligt volledig op haar. Hij lijkt dan ook bijna te schrikken als je hem begroet nadat ze hun drankje hebben besteld. Uit pure ongemakkelijkheid geef je hem het cadeautje wat hij vol plezier uitpakt. Hij lijkt content te zijn met het resultaat. De vrouw waarmee hij is binnengekomen staat ondertussen met de man tegenover je te kletsen wat je de ruimte geeft om even kort met die vriend te kletsen. Zijn aandacht ligt duidelijk bij de vrouw dus hij betrekt zichzelf in hun gesprek. Dit geeft je de kans om ook even mee te luisteren wie er ondertussen toch al een half uur tegenover je zit te schrijven. Ze lijken elkaar ook pas net ontmoet te hebben en ze houden er een flirterig contact op na. Blijkbaar was zij zijn nummer ‘verloren’ en had ze niet gereageerd op zijn appje. Hij geeft dan ook toe dat hij haar naam was vergeten en bij jezelf merk je dat je lichtelijk ongemakkelijk word dat je dit gesprek mee luistert. Wanneer je vriend en die vrouw samen weg lopen, focus je jezelf weer op je biertje en de artiest op het podium terwijl de man verder schrijft. Gezien je jezelf geen houding weet te geven ga je maar weer naar buiten voor een sigaretje, één van de weinige voordelen aan roken, je hebt altijd een smoes om jezelf te onttrekken aan de situatie.  

Buiten kijk je op je mobiel hoeveel tijd je nog hebt te voldoen voor je weg mag van jezelf. De vriend waarmee je dacht af te hebben gesproken had duidelijk andere intenties vanavond en om nou ongemakkelijk aan die tafel te blijven hangen lijkt ook niet echt het doel van deze avond. Toch ben je ergens al een beetje trots op jezelf dat je bent gegaan én je liefde had aan je gedacht dus eigenlijk zou deze dag al niet meer stuk kunnen. In gedachten verscholen had je niet door dat de man die zojuist nog tegenover je aan tafel zat ineens recht voor je staat en je aankijkt. Deze keer niet subtiel en vervolgens verder schrijvend in zijn boekje, maar rechtstreeks oogcontact alsof hij je aan het lezen is. Je wordt er wat ongemakkelijk van en weet jezelf nog minder een houding te geven. Dit oogcontact brengt je dusdanig uit balans dat je niet eens doorhebt dat hij zijn hand naar je uitreikt met daarin een opgevouwen briefje. Net iets te laat om het wat minder ongemakkelijk te maken neem je het briefje aan en vouw je het open. ‘I’ll give you a dollar for your thought. Will you take it from me?’. Je was al aardig monddood door het oogcontact maar op deze tekst weet je al helemaal niets meer te zeggen en je merkt dan ook dat je rood aanloopt en een beetje ongemakkelijk om je heen kijkt. Alsof de woorden je te binnen schieten als je iets interessants ziet om over te praten. Wanneer de stilte gevoelsmatig net iets te lang lijkt te duren flap je het eerste eruit wat in je hoofd opkomt. ‘Ik had je alleen zien binnenkomen en was wat verbaasd dat je bij mij kwam zitten. Toen pakte je je boekje erbij en ik wilde weten wat je opschreef maar vond het wat ongepast om mee te spieken. Ik zag wel dat je mij af en toe aankeek en dan weer verder begon te schrijven en ik vroeg me af waarom en wat je opschreef.’  Hij begint te lachen, een mooie lach die je een beetje doet denken aan de lach van een oude liefde van je. Hij legt uit dat hij een pittige avond had gehad en behoefte had om onder de mensen te komen. Hij had je bij binnenkomst al zien staan, een mooie vrouw die wat dromerig overkwam, alsof ze op een andere wereld was dan het hier en nu en hij vroeg zich af waar je aan dacht. Hij vond je intrigerend en had je dan ook beschreven in zijn boekje, hoe je je bewoog, wat je uitstraalde en waar hij dacht dat je was in gedachten. Toen je naar buiten liep was hij bang dat je zou vertrekken zonder iets te hebben gezegd dus besloot hij achter je aan te lopen om je toch het briefje te geven in de hoop even met je te kunnen praten. Je was gevleid met dit antwoord. Dit was het laatste wat in je hoofd op was gekomen en toch was het verrassend fijn om te horen. Jij, die je al maanden minderwaardig voelde, die dag in dag uit bezig was met de dood en de zin ‘niet de moeite waard om voor te vechten’ wel honderd keer per dag uit je hoofd had moeten slaan, juist jij was volgens een onbekende, zeker niet onaantrekkelijke man omschreven als intrigerend. Hij maakte al snel duidelijk dat dit geen poging was om te flirten maar dat hij gewoon benieuwd was naar je. Dit zorgde voor een ongekend gevoel van vertrouwen. Hier staat iemand die jou wil leren kennen, die wil weten wie je bent en wat je denkt. Dit zorgde er voor het eerst sinds maanden voor dat je jezelf wat meer open durfde te stellen. Natuurlijk vertelde je niet hoe je dagelijks dacht aan de dood en wat voor strijd het was om jezelf naar buiten te krijgen, maar je durfde wel te vertellen hoe lang je al thuis zat en hoe je daarvan baalde en hoe lastig het was om weer verder te gaan en nieuwe uitdagingen te vinden. Hij zat in een soort gelijke situatie en dat zorgde voor een gevoel van eenheid alsof je er even niet alleen voor stond. Je ging zo op in het gesprek dat je niet eens zag dat een andere vriend ook in de kroeg was gekomen met een vrouw. Het deed er ook even niet toe want je was met een onbekende, die je waarschijnlijk nooit meer zou zien en die jouw verhaal wilde horen. Het werd koud buiten en jullie hadden al flink wat tijd buiten staan praten. Hij zei dan ook dat hij nu geen dollar had, maar dat hij je wel een biertje aan kon bieden. Hoewel je geëmancipeerd genoeg was om zelf een biertje te halen, zag je zelf ook wel in dat hij het niet zou waarderen als je nu ineens de feminist uit zou hangen, dus besloten jullie samen een biertje te doen.

Binnen in de kroeg was het anders, meer prikkels, meer bekende en ergens voelde je de druk om ook met je vrienden te praten. Hij wist zich duidelijk ook niet zo goed een houding te geven dus onze wegen gingen even uit elkaar. Het was ondertussen twaalf uur geweest en je moest er echt vandoor voor je volgende dosis pillen. Je was er niet vanuit gegaan dat je daarvoor te laat zou kunnen zijn dus ondertussen was je lijf flink aan het zeuren. Je wilde nog even afscheid nemen van die man en hem zeggen dat je dit gesprek waardeerde maar hij was zo in gesprek met een andere vrouw dat je besefte dat je het ook niet groter moest maken dan het was en dat het goed was zo.

Toen je naar huis liep werd je overmand door een schuldgevoel. Je kon je niet herinneren wanneer je voor het laatst twee uur niet aan je liefde had gedacht en dat gaf je het gevoel van een enorm verraad. Je wist dondersgoed dat je liefde al een tijdje het bed deelde met een andere vrouw maar dat betekende niet dat je hem nu zomaar uit je hoofd had kunnen bannen. Dit schuldgevoel zorgde voor één van de grootste huilbuien in je carrière. Zo’n huilbui waarin elke spier in je lichaam pijn doet en alle kracht uit je ledenmaten trekt. Bij thuiskomst hing je dan ook direct boven het toilet om het laatste beetje wat nog in je zat eruit te gooien. Verslagen zat je op je bank, je voelde je leeg en machteloos en zelfs een beetje wanhopig. Je zocht in je zakken op zoek naar je sigaretten en vond het briefje terug wat de man je had gegeven eerder op de avond. ‘Thanks for your thoughts, we’ll keep in touch’. Met zijn naam en telefoonnummer.     

woensdag 11 april 2018

A Dollar for your thoughts- Part 1


Disclaimer: depressieve gedachtes zijn geen grapje en soms kun je jezelf beter niet laten beïnvloeden door de depressieve gedachtes van een ander. Toch denk ik dat het goed is om af en toe wat meer open kaart te spelen over hoe het met je gaat om ook anderen te laten zien dat ze niet de enige zijn die hiermee struggelen. Mocht je even niet open staan voor de emoties van anderen lees dan niet verder.

Voor de zoveelste avond op rij zit je alleen thuis. Je weigert een fles drank open te trekken en alleen te drinken, dat versterkt het gevoel van eenzaam zijn alleen maar. Je zit in zo’n neerwaartse spiraal waarin niets echt zin lijkt te hebben.

Je wordt ’s ochtends alleen wakker in een donkere kamer. Je grist naar je mobiel om te kijken hoe laat het is en wordt meteen geconfronteerd met de aanblik dat je geen meldingen hebt. Geen mensen die je hebben geappt, geen gemiste oproepen, geen mail en zelfs Facebook heeft je niets te melden. Je legt je mobiel weg en staart nog wat naar het plafond. Wat zal ik vandaag eens geen doen? De conclusie is al snel dat je geen afspraken hebt staan, niemand die op je wacht, geen verplichtingen en theoretisch zou je de komende 48 uur zo kunnen blijven liggen zonder werkelijk iets te missen. Je vraagt je zelfs af hoe lang het zou duren voor iemand zich af zou vragen of je eigenlijk nog leeft, maar deze gedachte probeer je zo snel mogelijk uit je hoofd te verdringen. Het plichtsbesef in je forceert je uit bed te komen en onder de douche te stappen. Dingen gaan niet beter worden als je blijft liggen. Een ritme geeft een doel en een doel geeft motivatie om er iets van te maken. Dit zinnetje dreunt door je hoofd als je om zeven uur ’s ochtends onder de douche staat. Vandaag heeft deze mantra echter weinig invloed op je gemoedstoestand en je vraagt je oprecht af hoe je de tijd vandaag moet vullen voor je weer in bed kunt kruipen om deze dag achter je te laten. Je droogt je af in de douchecabine om de kou buiten het hok nog even te negeren. Jammer alleen dat je geen kleren hebt klaargelegd en je dus alsnog met je blote voeten over de koude tegels mag. Weg warmte die je hebt opgedaan onder de douche. Als je dan toch door de kamer loopt kun je net zo goed de waterkoker aanzetten. Je trekt de kleren aan die bovenop de stapel liggen. Het is niet alsof je voor iemand een modeshow gaat lopen vandaag. Eenmaal aangekleed is de waterkoker ook klaar en kun je de oploskoffie door je mok roeren. Waarom zou je nog fatsoenlijke koffiezetten als het toch puur voor jezelf is. Je doet de gordijnen open en begint aan je ‘uit het raam staar sessie’. Je concludeert dat het weer vandaag even slecht is als deze oploskoffie. Mensen lopen dan ook gejaagd door de straat, zoveel mogelijk onder de afdakjes door of ze nu wel of niet een paraplu hebben.

Vier koffie later besluit je een vriendin een appje te sturen of ze zin heeft in een kop koffie. Wat afleiding en een reden om deze kamer uit te gaan zullen je goed doen. Daarbij is het altijd fijner om naar andermans gedachtes te luisteren dan de hele dag opgesloten te zitten met je eigen hersenspinsels. Als er na een kwartier nog steeds maar één vinkje staat besluit je het bericht te kopiëren en plakken naar andere vrienden. Niet zo chique, alsof iemand niet de eerste keus is om een koffie mee te delen maar soms is het beter om je kansen te spreiden dan wanhopig te blijven staren naar een mobiel die toch weinig tekenen van leven lijkt te geven. Je zet je mobiel overnieuw aan, jezelf wijsmakend dat je misschien gewoon geen internet hebt en je daarom geen meldingen ontvang. Je krijgt de pop-up ‘U heeft mogelijk nieuwe WhatsApp berichten’, een lichtelijk vleugje hoop overmand je, alsof je oplossing heeft gewerkt. Tegelijkertijd probeer je ook nuchter genoeg te blijven dat het maar een elektronisch apparaat is waar je jarenlang prima zonder hebt gedaan. Je zult altijd zien dat WhatsApp zich niet voor niets indekt met ‘mogelijk’ want er zijn dus geen nieuwe berichten. Je besluit nog maar een kop oploskoffie te zetten en ja je beseft je dondersgoed dat je ondertussen best een gewone kan koffie had kunnen zetten als je zo door blijft drinken. Je boek is op dit soort momenten je beste vriend. Al lezend lijkt de tijd voorbij te vliegen en zo heb je minder uren om af te tellen tot je weer in bed mag kruipen.

Rond elf uur trilt dan toch je mobiel. Een melding van facebook dat je herinneringen hebt op deze dag. Verveeld scrol je er doorheen. Eigenlijk wil je helemaal niet zien hoeveel leuker en beter alles lijkt te zijn geweest in het verleden. Toch kun je de drang niet weerstaan om even te kijken. Over het algemeen is het toch een mengeling van schaamte dat je dit werkelijk hebt gepost en een pijnlijk besef wat je bent verloren. Soms kun je niet eens zo goed de vinger erop leggen waar het mis is gegaan, dat de huidige situatie er zo totaal anders uitziet. Emotioneel is het je de laatste tijd om het minste of geringste te veel, de tranen rollen alweer over je wangen en je bent een beetje boos dat je er zelf toch in trapt om weer te kijken terwijl je met jezelf had afgesproken niet te veel te denken, want als je gaat denken gaat de kraan open en kom je weer het bed niet uit. Niet dat je nu zoveel meer beleefd door wel dat bed uit te komen maar het zijn stappen in de goede richting. Dat heb je jezelf wijs gemaakt in ieder geval. Je legt je mobiel weer aan de kant en begint verder te lezen in je boek. Je bent nog niet halverwege de pagina als je mobiel lijkt te ontwaken en als een gek begint hij te trillen. In één keer heb je zes verschillende afwijzingen op je scherm staan, bij een partner, te druk, bij een vriend, aan het werk. Eigenlijk allemaal hele normale reacties maar toch voelt het alsof niemand ooit tijd voor je heeft, terwijl het er puur aan ligt dat andere wel een leven hebben met afspraken en verplichtingen en jij op het moment even niet. Je probeert je gedachten te verzetten met lezen, maar kunt je niet zo goed concentreren. Je hoofd zit bij de vrienden die nu even geen tijd voor je hebben en je raakt er wat door van slag. Je bent al drie dagen niet meer buiten geweest en je weet dat dit niet gezond is, vergeet hierbij niet dat het ook niet gezond is dat je anderen nodig hebt om motivatie te vinden om naar buiten te gaan.

Misschien eens wat eten, eten is gezond en kan je ook voorzien van nieuwe energie. In de koelkast staat een laatste wrap, voor de rest vind je er nog één speciaal biertje maar dan houd het wel op. Gezien je liever niet naar de supermarkt gaat grijp je al snel naar de fruitschaal. Dan maar mandarijnen als ontbijt. Niet de beste combi na liters koffie maar eten is eten. Toch lijkt dit niet echt te werken en de eenzaamheid overmand je. Het is pas half twaalf en je moet nog een half etmaal wil je je aan je schema houden. Wederom lijkt lezen er niet zo in te zitten dus je zet muziek op en denkt na over de laatste keer dat je buiten bent geweest. Van het weekend, toen de zon zo scheen. Je had muziek opgezet en besloten een flink stuk te wandelen. De mensen om je heen deden er even niet toe. Het was puur jij met je muziek in de natuur. Mee besef je je dat je foto’s had gemaakt en besluit deze terug te kijken. Er zit één foto bij van het riet in een opgedroogde sloot. Geen sterke foto maar misschien wel mooi om na te tekenen. Je besluit dezelfde muziek op te zetten als die middag en je teken spullen erbij te pakken. Voor je het weet zit je volledig in de flow en staat het beeld uit je hoofd op papier. Je ziet vooral wat er niet goed is aan de tekening. De traan die erop is gevallen waardoor de inkt is uitgelopen, de structuur van het zand die lastig te onderscheiden is van de lucht en de stengels riet. Hoe langer je ernaar blijft kijken hoe meer minpunten je ziet en hoe meer het besef komt dat je zelfs dit niet kan. Toch maak je er een foto van. De millenial in mij legt graag al haar tekeningen vast voor het archief en deelt het op de sociale media om te kijken wat de reacties zullen zijn. Zouden anderen het wel goed genoeg vinden en daarmee mij goed genoeg vinden. Zou dit meer likes krijgen dan de vorige tekening en zou die vlam het ook leuk vinden. Gedachtes die nergens op slaan maar je toch bezighouden. Even twijfel je als je het online gooit en wil je het na tien minuten er al af gooien. Toch besef je dat je de bevestiging van anderen nodig hebt om te weten dat je de afgelopen vijf uur niet verspild hebt aan iets wat thuishoort in de papierbak.

Toch grappig hoe je van een independent women, die geen bevestiging nodig heeft van niemand niet kunt veranderen in een fragiel poppetje wat niets meer aan kan en continu de bevestiging nodig heeft dat je wel iets goed doet, wel iets kan en wel de moeite waard bent. Alsof één tekening je die bevestiging kan bieden. Je vergelijkt jezelf met de tekening, het mislukte, het eigenlijk niet de moeite waard om te delen en voor je het weet verdrink je alweer in de neerwaartse spiraal van mislukkeling. Na een half uur komt de eerste like en je hoofd zegt direct, zie je wel mensen scrollen eraan voorbij omdat ze het ook niet noemenswaardig vinden, dit is meer uit medelijden. Je gooit je mobiel weer in een hoek en steekt je hoofd uit het raam. Het begint al donker te worden en de wind is koud. Het snijd in je wangen, maar het lijkt ook te zijn wat je nu nodig hebt. Misschien dan toch maar eens die wrap opwarmen.

Na het eten zit je op de rand van de bank, je staart naar de deurposten, waarom zijn die deuren niet dezelfde hoogte, je hebt nu al zo vaak naar deze deurposten gekeken en iedere keer irriteert het je. Je weet dat niets in deze kamer synchroon is en waarschijnlijk heb je nu zoveel tijd in deze kamer gespendeerd dat je het over een jaar nog uit kan tekenen, maar begrijpen zul je het nooit helemaal. De stilte om je heen overmand je. Dat wat je niet wilt gebeurd en je hoofd spoelt weer over van emotie. Je kan alleen maar staren naar die deuren en waarom ze niet gelijk zijn, ze zijn eigenlijk net als jij en ik, niet gelijk. ‘Niet de moeite waard om voor te vechten’ dreunt er door je hoofd en de tranen blijven rollen. Tot je beseft dat dit niet werkt. Je wilt het niet maar je moet deze kamer uit. Je moet onder de mensen komen. Je moet je opstellen als een sociaal wezen. Alleen dan kun je vooruitgaan. Je appt een vriend om naar een kroeg te gaan waar je wekelijks heen probeert te gaan en gelukkig appt hij dat hij ook wil gaan.

Je kijkt naar jezelf in de spiegel, te dik, rode vlekken op je gezicht, een lege blik en je haren in rare kleuren op je hoofd geknoopt in een knot. Op deze manier maak je het jezelf wel heel lastig om onder de mensen te komen. Andere kleren aantrekken kost te veel energie en je voelt de bui al hangen dat je dan halverwege het aantrekken van je panty al afhaakt. Dus je bedekt de vlekken op je gezicht met foundation. Het dekt niet volledig maar zo lijk je in ieder geval op een spook en niet meer op een lapjeskat. Je zet secuur een lijntje boven je wimperrand. Bijna even dik als bij het andere oog. Je poedert wat blush op je wangen zodat je wat levendiger lijkt. Je lippen geef je een subtiel roze tintje en met je wimperkrullen geef je je ogen net wat meer kracht. Je smeert wat mascara op je wimpers en kijkt jezelf aan in de spiegel je kunt dit. Om twaalf uur moet je de volgende pijnstillers slikken maar je blijft minimaal een uurtje. Voor elf uur loop je niet naar huis. Je mag buiten een sigaretje opsteken als de drukte je even te veel is, je hoeft niemand aan te spreken maar probeer daar een drankje te doen en kijk wie er zijn. Je borstelt je haar, trekt je jas aan en met lood ik je schoenen sla je de deur achter je dicht.

zaterdag 27 januari 2018

Omdat relaties daarom draaien


Hij stond daar stil in de tent op het festivalterrein. Aan de ene kant van hem zijn ex met haar nieuwe lover. Aan de andere kant stond zij. Beiden hadden de festival kaartjes gekocht toen ze nog in een relatie zaten, met hun ex waarmee ze ooit zo gelukkig waren. Nu voelden ze zich samen alleen tussen al die mensen. De muziek dreunde hard door de speakers en ze wilden ontsnappen uit de situatie. Niet zo goed wetende hoe. Zij pakte zijn hand en nam hem mee. Wurmend door de menigte elkaar niet loslatend. Springend in de pit raakte ze elkaar soms kwijt om elkaar telkens weer terug te vinden. Bijna twee jaar later wist zij hoe ze elkaar af en toe kwijt konden raken om elkaar weer terug te vinden. Ze wou dat ze terug kon gaan naar dat moment waarop ze zijn hand nog vasthield. Voordat alles misging. Voordat ze afstand hield op het moment dat hij juist haar nabijheid nodig had. Voordat ze inzag dat ze er voor hem had moeten zijn, wanneer hij haar nodig had omdat relaties daarom draaien. Ze wist dat nu en ze had spijt van wat ze had gedaan. Ze wist ook dat ze op dat moment niet bang was omdat ze dacht dat hij wellicht niet de ware was. Ze was doodsbang omdat ze wist dat hij het juist wel was. Als hij haar nog één kans zou willen geven. Eén kans. Wist hij waar hij haar kon vinden.