Iemand verliezen doet pijn.
Het heeft tijd nodig om jezelf weer op te pakken en verder te gaan.
Je mist iemand, daarvoor hoeft diegene nog niet eens dood te zijn.
Rode wijn.
Je sluit jezelf af om maar niet te hoeven voelen.
Of juist om te kunnen voelen.
Tussen die vier muren ben je veilig.
Het verlangen sluimert door in je hoofd.
Soms kun je de aanraking zelfs weer voelen.
Rode wijn.
Je ziet niet wat er om je heen gebeurt.
Terwijl voor jou de wereld stil staat, slenteren anderen door.
Het licht dat aan de gordijnen weet te ontsnappen, geeft je een glimp van alles wat er speelt.
Het interesseert je niet.
Rode wijn.
Je vult je hoofd met gedachten.
Je hoort af en toe weer die stem.
Het kan niet want je bent alleen.
Niet dood maar ook niet hier.
Gevangen in nieuwe armen.
Andere dijen.
Rode wijn.
Het licht raakt je aan.
Pijn aan je ogen.
Het licht vervult je huid niet meer met warmte.
Het is zo stil en zo verdomde koud.
Rode wijn.
Is de adem die je hoort nog wel van jou?
Je voelt je niet meer in je lichaam zitten.
Een schim uit het verleden.
Die spullen om je heen, ze komen je niet meer bekend voor.
Het is maar materiaal, kom het maar halen.
Rode wijn.
De tijd veranderd je.
Hoeveel tijd er is verstreken is onbekend.
Lang, te lang zit je al tussen deze vier muren.
Is er nog een weg uit?
Het is tijd om jezelf op te pakken.
Rode wijn.
Je sleept je ziel onder je arm mee.
Dit is goed, dit is belangrijk.
Stap voor stap kom je dichter bij de deur, hij klemt.
Het kost je moeite om de klink te vinden.
Tijd om je ogen te openen.
Rode wijn.
Buiten is het druk.
Waar komen al die mensen vandaan?
Waar gaan ze naartoe?
Het voelt niet beter.
Je bent niet sterker.
De stroming neemt je met zich mee.
Rode wijn.
Iedereen is veranderd.
Ze zijn verder gegaan zonder jou.
Je had net zo goed dood kunnen zijn.
De wereld gaat snel.
Afspraken worden gemaakt aan de lopende band.
Iedereen heeft vrienden.
Ze delen wat ze leuk vinden of interessant.
Er word veel gepraat en snel.
Rode wijn.
Het valt niet bij te houden.
Je wordt niet gemist.
Waarom doe je dan toch nog je best?
De drang naar die vier muren wordt groter.
Alleen jij.
Geen verwachtingen.
Één zijn met je pijn.
Rode wijn.