‘Nou ja, vandaar dat hij zo dus even langs komt’. Terwijl ik
die laatste zin uitspreek hoor ik z’n voetstappen door het grind. Met zijn
zelfverzekerde mannelijke loopje zie ik hem onze kant op komen. Z’n schouders recht
boven z’n fijne lichaam en z’n hoofd een tikkeltje schuin zodat er een pluk
haar voor z’n oog hangt. Help, wat nu?
Ik stel me verdekt op achter m’n moeder om de begroeting nog even uit te
stellen. Hij schud Koen de hand en ze omhelzen elkaar vriendelijk. Mijn moeder
springt meteen enthousiast op als ze hem ziet en begroet hem hartelijk.
Duidelijk blij om hem weer te zien. Ondanks dat mijn lichaamstaal het totaal
niet uitstraalt, aangezien ik me geen houding weet te geven, ben ook ik blij
hem weer te zien. Ongemakkelijk sta ik op terwijl hij met mijn moeder babbelt
en vraag ik of iemand wat te drinken lust. Alcohol
schreeuwt er door mijn hoofd. Ik loop opgelucht naar binnen om de drankjes te
halen. Weer een paar minuten uitstel op onze ongemakkelijke begroeting. ‘Koen
en ik gaan zo anders wel binnen zitten dan kunnen jullie rustig praten bij de
vuurkorf, of zit je liever binnen?’ Vertwijfeld kijkt hij me aan, maar in zijn
ogen zie ik het kleine jongetje weer dat vanbinnen smult bij de gedachten dat
hij met vuur mag spelen. ‘Zullen wij hier blijven?’ zeg ik met een knipoog. Koen
en mam staan op en lopen naar binnen. Shit
nu zijn we echt alleen. Hij staat op en gaat op de stoel naast mij zitten. Van
achter de stoel haalt hij een tas tevoorschijn. Het was me nog niet opgevallen
dat hij deze bij zich had. Uit de tas haalt hij een bos gele gerbera’s. ‘Volgens
mij heb ik heel wat goed te maken, dus dit was wel het minste wat ik kon doen.’
Blozend kijk ik hem aan en pak onhandig de bloemen aan om ze naast me neer te
leggen. ‘Bedankt dat had je echt niet hoeven doen.’ Weer gerbera’s. Ik zou hem
wel kunnen zoenen maar mijn woede neemt nog steeds de overhand en ik weet er
geen houding aan te geven. Soms hou ik zo ontzettend veel van deze jongen, maar
tegelijkertijd haat ik hem ook intens. ‘Sorry het spijt me echt ontzettend. Ik
had je nooit een no go moeten geven maar ik had het gevoel dat je niet volledig
voor mij durfde te gaan. Wat achteraf gezien een spectaculaire fout is geweest
want je laat me zo vaak zien hoeveel je van me houd.’ De pijn staat in z’n half
dichtgeknepen ogen. Ik zie dat hij het meent maar ik kan de woorden niet vinden
om zijn pijn te verlichten. ‘Ik had het eerder moeten inzien maar af en toe is
mijn drang naar zekerheid zo enorm dat ik niet zie wat ik heb.’ Hij blijft maar
door ratelen in de hoop mijn woede weg te nemen met zijn woorden. Na een korte
stilte vind ik de moed om mijn gedachten uit te spreken. ‘Ik vind je ontzettend
leuk en ik dacht donderdag echt dat we de puntjes op de i zouden zetten om onze
relatie een eerlijke kans te geven. Ik had het verloop van die avond nooit
verwacht en het deed ontzettend veel pijn, nu ben je hier om je te
verontschuldigen maar wat verwacht je nou van mij?’ Ik voel de woede verder
opborrelen maar probeer te letten op mijn woorden om hem niet nog meer te
kwetsen. ‘Denk je dat we nu wel een relatie aan kunnen gaan nu jij het licht
hebt gezien? Of verwacht je dat we gewoon weer verder gaan met daten alsof er
niets is veranderd?’ Ik zie mijn gevoel weerspiegelt op zijn gezicht. Ik wil
hem helemaal niet kwijt maar ik kan hem ook niet toestaan om me dit gevoel
nogmaals te geven. Ik leg mijn hand op zijn knie en knijp er zachtjes in om hem
gerust te stellen. Wat moeten we nu met
elkaar?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten