Altijd fijn van die discussies die op precies het verkeerde moment plaats vinden. Eigenlijk wil je even niet bij elkaar zijn, niet hoeven praten want de ander begrijpt je toch niet. Dat was gisteravond al duidelijk.
Aan de andere kant merk je ook dat je standvastigheid weg ebt wanneer je alleen in bed ligt en eigenlijk het liefst zou willen, dat je gewoon naast elkaar ligt en dat deze woordenwisseling nooit had plaatsgevonden. Was dit het nou echt waard? Nee, maar misschien komt hij morgen ook wel tot het besef en kunnen we weer gewoon verder.
Na een nacht geen oog dichtdoen wil je eigenlijk blijven liggen en hem bellen om je excuses aan te bieden. Misschien was deze woordenwisseling inderdaad zwaar overrated en moet ik mijn ego weer aan de kant zetten en de schuld op mij nemen. Niet dat het daadwerkelijk mijn schuld was en ik ben (gevoelsmatig) telkens de gene die de schuld op zich neemt dus weet je fack it laat hem maar eens zwichten.
Hoe graag ik ook zou blijven liggen er moet nog té veel gebeuren voor de familiefoto vanmiddag. Cadeautjes inpakken, gedichten printen, hapjes bakken en waar zijn die kleren gebleven die ik apart had gelegd voor de foto?
Zonder erbij stil te staan ligt mijn mobiel zes uur later nog steeds naast mijn bed. 'Hoe laat komt hij eigenlijk? Heb je al wat gehoord want we willen over een uurtje wel echt die foto gaan maken.'
Help.
Als een gek loop ik door het huis opzoek naar mijn mobiel waar kan ik dat ding nou gelaten hebben? Wat nou als hij heeft geprobeerd te bellen en nu denkt dat ik nog boos ben? Zou hij überhaupt nog wel komen voor die foto? En wat als hij nu niet komt voor de foto, zou hij dan wel nog meedoen met sinterklaas? En ons weekend weg? help, wat heb ik nu weer gedaan.
Met mijn hoofd nog in de stressmodus vind ik mijn mobiel naast mijn bed. Praktisch nog steeds op stil. 23 berichtjes maar geen van hem. Moet ik hem nu bellen of forceer ik hem dan om mee te doen met mijn familieonzin? Kan ik dat überhaupt van hem vragen?
Om mezelf toch te verlossen uit deze gedachtespinsels besluit ik dat ik hem gewoon een berichtje stuur. Het spijt me hoe het gister is gelopen, als je geen zin hebt om vandaag deze kant op te komen begrijp ik dat best maar ik zou je er graag bij hebben. Kus. Binnen een minuut reageert hij; ik zit al in de bus. Help, paniek, hij reageert kortaf zou dat betekenen dat hij nog steeds kwaad is? Hoe moeten we het dan in godsnaam de komende dagen doen.
Ik probeer mezelf onder controle te houden, laten we de spanning in pannetje 4 houden. Na een sigaretje denk ik het onder controle te hebben. Tijd om toch eens make-up op te smeren voor die *piep* foto. Natuurlijk trillende handen dus mascaravlekken op mijn oogleden en om het af te tippen hoor ik voetstappen op het grind wanneer ik (nu dus ook uitgelopen) lippenstift opsmeer.
Dit kan niet goed zijn. Normaalgezegd heeft hij een zekere snelle pas, nu loopt hij langzaam bijna slenteren en blijft hij in de tuin hangen. Ik raap alle moed bij elkaar en loop naar hem toe, niet wetende in wat voor stemming hij is en hoe hij zal reageren. Hij knipoogt als hij mij naar buiten ziet komen en slaat zijn armen om mij heen. Ik ruik zijn aftershave, hij ruikt lekker en ziet er goed uit. Even voel ik me totaal ontspannen al is het maar voor een moment. Ik kijk verwachtingsvol naar boven en zie dat ook zijn blik is veranderd. 'Laten we het er nu maar even niet over hebben, we hebben een druk weekend voor de boeg.'
Ik waardeer zijn reactie, hij is nog daadwerkelijk deze kant opgekomen ondanks gisteren. Ik vind hem lief en bij voorkeur zou ik hem even apart nemen om hem te bedanken hiervoor. Achterdochtig als ik ben kan ik het nog niet helemaal loslaten. Ja hij is hier en dat is echt ontzettend fijn maar doet hij dit wetende dat we alles voor morgen al hebben geboekt of wil hij hier echt zijn? Hoe kwaad is hij eigenlijk nog? Ik weet dat ik nog steeds boos ben. Nu voel ik het momenteel niet meer zo omdat ik blij ben met zijn aanwezigheid maar het gevoel is nog niet weg. Dit gebeurt elke keer, soms maakt hij mij zo kwaad en dan wil ik bij hem wegrennen tot ik hem weer zie. Als ik bij hem ben voelt alles zoveel lichter, zoveel beter. Alsof hij dan in mijn hoofd kan kijken en weet wat ik op dat moment het liefst heb, zijn aanraking.
In de loop van de dag loopt het steeds beter, hij ziet mijn spanning en pakt op de juiste momenten mijn hand. Hij wendt de gesprekken af als ze moeilijk worden en maakt grapjes om alles luchtig te hebben. Dit is fijn en dit voelt goed.
Tot het einde van de avond waarbij we samen naar huis moeten lopen. Ergens schreeuwt mijn binnenste dat dit te snel is, dat ik nog niet zomaar naast hem kan kruipen terwijl dat tegelijkertijd precies is wat ik wil.
Hij houd mijn hand vast tijdens het lopen en we praten over de avond en over wat we allemaal gaan zien de volgende dag. Er hangt nog een vreemde spanning maar hij doet er duidelijk alles aan om die te doorbreken. Bij thuiskomst merk ik dat ik het (tot mijn eigen ergernis) nog steeds niet los kan laten. Wanneer hij in z'n boxer voor me staat met een tandenborstel in z'n mond, begint hij te lachen om de aanblik van mijn oncharmante hoe kleed ik mezelf uit zonder naakt voor hem te staan dansje. Hem al observerend verlies ik mijn evenwicht terwijl ik ineens besef wat er niet klopt aan dit plaatje. 'Hé dat is mijn tandenborstel!' verbaasd kijkt hij eerst naar mijn val-breek-poging om vervolgens net zo verbaasd naar de tandenborstel in z'n mond te kijken. Het breekt de spanning en we beginnen beiden te lachen. Wat doe ik ook eigenlijk moeilijk om niets.
De volgende dag voelt alles weer chill, hij moet last minute natuurlijk nog zijn spullen pakken en in geniet van het klungelige tafereel met een bak koffie. Ruim op tijd lopen we met backpacks op richting het station klaar voor onze trip. Ik moet nog wat medicijnen halen en hij wilde pertinent nog een sudoku boekje halen. Ik maak er nog grapjes over alsof we tijdens deze treinreis geen goede gesprekken kunnen voeren. Na een babbeltje met een vriend lopen we richting de trein, beide nieuwsgierig naar wat deze trip ons gaat brengen. Met vers gesmeerde broodjes en koffie kruipen we tegen elkaar aan. Hij pakt zijn sudoku boekje erbij en ik kijk lichtelijk geïrriteerd zijn kant op, nu al? Hij glimlacht en zegt; 'laten we dit samen doen.'
maandag 23 maart 2015
woensdag 11 maart 2015
Laat de morgen maar gewoon niet meer komen.
Laat de morgen maar gewoon niet meer komen
Want ik weet toch al dat je er dan niet bent.
De bittere nasmaak nog in mijn mond van nét iets te veel meisters,
Een keel die snakt naar water.
Een strot waar geen geluid meer uitkomt,
een pijnlijke herinnering aan wederom je eigen falen.
De dekens naast me zijn vannacht niet opgewarmd door jou lichaam
één draai en mijn arm lijkt alweer bevroren.
Geen ogen die je aankijken wanneer je de jouwe opent
of een stiekem glimlachje wanneer je beseft dat je niet alleen bent.
Want je bent alleen, alweer.
Een dreunend hoofd van wederom een korte nacht
en hersenen die je nachtmerries nog eens herhalen.
Nieuwe lippen die de jouwe raken
Want je bent niet meer van mij.
Met het besef komt weer dat gevoel van leegte.
Een verdriet dat je verslind.
Ze noemen het een gebroken hart, of zoiets
maar je voelt het in je hele lijf.
Een pijnlijk besef dat je hebt gefaald, alweer.
Je spieren voelen zwaar en je voelt je conditie dalen.
Wat heeft het voor zin om op te staan als de dag je weer hetzelfde brengt.
Teleurstelling op teleurstelling.
Ik weet dat ze je hebben gesproken,
Het leek goed met je te gaan.
Een mooi toneelstukje of daadwerkelijke opluchting?
Is je hoofd nu verlicht?
Of mis je me toch ook nog een beetje?
Toen je ging nam je alles met je mee,
Maar het vuil liet je liggen.
Mij liet je liggen, alsof het allemaal verwaarloosbaar is.
Wanneer kom je je rotzooi opruimen?
Zoals na seks.
Laat de morgen maar gewoon niet meer komen
Want ik weet toch al dat je er dan niet bent.
Want ik weet toch al dat je er dan niet bent.
De bittere nasmaak nog in mijn mond van nét iets te veel meisters,
Een keel die snakt naar water.
Een strot waar geen geluid meer uitkomt,
een pijnlijke herinnering aan wederom je eigen falen.
De dekens naast me zijn vannacht niet opgewarmd door jou lichaam
één draai en mijn arm lijkt alweer bevroren.
Geen ogen die je aankijken wanneer je de jouwe opent
of een stiekem glimlachje wanneer je beseft dat je niet alleen bent.
Want je bent alleen, alweer.
Een dreunend hoofd van wederom een korte nacht
en hersenen die je nachtmerries nog eens herhalen.
Nieuwe lippen die de jouwe raken
Want je bent niet meer van mij.
Met het besef komt weer dat gevoel van leegte.
Een verdriet dat je verslind.
Ze noemen het een gebroken hart, of zoiets
maar je voelt het in je hele lijf.
Een pijnlijk besef dat je hebt gefaald, alweer.
Je spieren voelen zwaar en je voelt je conditie dalen.
Wat heeft het voor zin om op te staan als de dag je weer hetzelfde brengt.
Teleurstelling op teleurstelling.
Ik weet dat ze je hebben gesproken,
Het leek goed met je te gaan.
Een mooi toneelstukje of daadwerkelijke opluchting?
Is je hoofd nu verlicht?
Of mis je me toch ook nog een beetje?
Toen je ging nam je alles met je mee,
Maar het vuil liet je liggen.
Mij liet je liggen, alsof het allemaal verwaarloosbaar is.
Wanneer kom je je rotzooi opruimen?
Zoals na seks.
Laat de morgen maar gewoon niet meer komen
Want ik weet toch al dat je er dan niet bent.
Abonneren op:
Posts (Atom)