Mijn benen voelen een beetje wiebelig.
Mijn voeten lijken geen onderdeel meer van de rest van mijn lichaam.
Mijn ogen hebben wat moeite met scherp stellen.
In de volle ruimte zoeken mijn ogen naar jou.
Je zou er ruimschoots bovenuit moeten steken en toch zie ik je nergens.
De wazige blikken van dronken barbies met wiegende heupen komen me tegemoet.
De zaal die ik enkel ken als eetgelegenheid kleurt nu paars met blauw licht.
De geur van zweet en sterke drank is overheersend en komt me al tegemoet.
Ik kijk vanaf een verhoging op de mensen massa neer.
Ik zie je niet.
Dan maar de trap af, zo goed en kwaad als dat nu gaat.
Mijn voeten volgen nog steeds niet volledig.
Als een sardientje wurm ik me door de menigte.
Onbekende handen die grijpen, irritant.
Mijn ogen blijven gericht op het volgende herkinningspunt, de bar.
Een sterke arm die om me heen slaat en me dichterbij trekt.
Pas in die arm vind ik rust, vertrouwen.
Je pakt mijn hand en stapt achteruit.
Onze gestrekte armen weerspiegelen de afstand tussen ons.
Met een subtiele ruk draai je me rond, tot ik tegen je warme borst aan sta.
Je armen klam om me heen.
Het push en pull spelletje gaat verder. Dichterbij voelt fijn, afstand schreeuwt verlangen.
We creëren ruimte om ons heen door te dansen.
De (on)bekende gezichten om ons heen vervagen.
Deze dans is van ons alleen.